Meedogenloze strijd om elf Europese tickets voor de Olympische Spelen
Morgen start in Luxemburg een van de zwaarst toernooien in de tafeltenniswereld: het Europees Olympisch Kwalificatietoernooi. Vijf dagen lang - drie als je geluk hebt - strijden om een van de elf tickets per klasse die beschikbaar zijn voor de Europese spelers.
Timo Boll verwoorde het in 2000 na zijn kwalificatie nog zo: "Ik heb gevochten alsof mijn leven er van afhing. Dit toernooi speel ik nooit meer." Het toont aan hoe zwaar fysiek én mentaal de opzet van het kwalificatietoernooi is. Eerst twee dagen lang strijden in groepen van vier (soms drie of vijf) om je te plaatsen voor de tweede fase. Je overleeft enkel als je bij de eerste twee eindigt.
Daarna begint het echte werk pas: vier groepen met acht spelers spelen op de derde dag een knock-outtoernooi. De winnaar heeft zijn ticket vast. Dag vier is identiek, met dat verschil dat de verliezende finalist in de eerste ronde is vrijgesteld. Op het einde zijn er opnieuw vier tickets beschikbaar.
De 24 resterende spelers die nog geen ticket hebben bemachtigd spelen op de vijfde dag een "progressive knock-out" om een finale rangschikking te bepalen. De eerste drie spelers op de ranglijst hebben hun ticket vast. Wie lager staat moet hopen op een forfait. Wie tot de vijfde dag moet strijden zal dus vijftien wedstrijden in de benen (en armen) hebben op vijf dagen tijd.
België stuurt een tweekoppige afvaardiging naar ons buurland. Yannick Vostes en Lauric Jean zullen proberen Jean-Michel Saive te vervoegen in Londen. Daarmee speelt ons land al haar troeven uit bij de heren: er zijn per land immers maximaal drie tickets te veroveren. Twee heren mogen deelnemen aan het individueel toernooi. De derde speler kan er voor zorgen dat het land zich als ploeg plaatst voor de Olympische Spelen 2012 en mag ook enkel aan dat evenement deelnemen.
Zelfs met twee geplaatste spelers is het mogelijk dat België zich alsnog plaatst voor de landencompetitie. Dan moet het wel het 15de land op de WK-ranking zijn dat twee spelers plaatst voor Londen. Als 34ste op de lijst is die kans echter bijzonder klein, maar wedden op twee paarden is natuurlijk wel beter.
Makkelijk zal de plaatsing alleszins niet zijn. Het deelnemersveld bevat immers negentien spelers uit de top-100 met Bastian Steger, die de landencompetitie voor Duitsland moet veilig stellen, als eerste reekshoofd. Irene Ivancan voert de vrouwenranglijst om dezelfde reden aan.